Hollas kreeg al op jonge leeftijd lessen in compositie van zijn vader, die ook componist is. Hij studeerde compositie bij Christopher Butterfield aan de Victoria. Momenteel studeert hij compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Yannis Kyriakides en Gilius van Bergeijk. Daarnaast speelt hij viool en is hij geïnteresseerd in beeldende kunst.
Hollas is de afgelopen jaren erg geïnteresseerd geraakt in Amerikaanse volksmuziek. Zijn grootste interesse gaat naar work songs; liederen die in de jaren ’30 werden gezongen door arme Afro-Amerikanen. Hij is vooral gefascineerd door de manier waarop de stemmen met elkaar communiceren. Musici luisteren naar elkaar en spelen in op elkaars gedrag, waarbij improvisatie een belangrijke rol speelt.
Hoewel de melodie en het ritme van het lied globaal vast liggen wordt uitbundig om deze melodie heen gezongen en het ritme losgelaten. Hierdoor zingt geen enkele zanger precies hetzelfde als de anderen. Bovendien worden veel noten niet zuiver gepakt, maar net eronder of erboven
Deze losse manier van musiceren probeert Hollas in zijn composities ook te bereiken. Hij spreekt dan ook van ‘work song behaviour’.
Door Linde van Heeswijk
OnLein 